Dreumelse Morris Minor.

Albert Wissink uit Diepenheim was al op jeugdige leeftijd zeer geïnteresseerd in automobielen en alles daaromtrent.
Op vijftienjarige leeftijd verzamelde hij al boeken, folders, krantenknipsels enz. enz.
Ook kreeg hij in zijn vijftiende levensjaar het idee om van alle familie leden en kennissen van zijn ouders een bestand aan te leggen met betrekking tot de automobielen welke zij op dat moment reden of gereden hadden. Zo kwam hij in 1978 in contact met mevrouw Numans van Wijk uit Markelo waar de moeder van Albert werkzaam is.
Op vijftienjarige leeftijd verzamelde hij al boeken, folders, krantenknipsels enz. enz.
Ook kreeg hij in zijn vijftiende levensjaar het idee om van alle familie leden en kennissen van zijn ouders een bestand aan te leggen met betrekking tot de automobielen welke zij op dat moment reden of gereden hadden. Zo kwam hij in 1978 in contact met mevrouw Numans van Wijk uit Markelo waar de moeder van Albert werkzaam is.

Ondanks dat haar man Antoon Numans al geruime tijd was overleden wist zij hun automobiel beleving nog haarfijn na te vertellen. De eerste auto die de heer en mevrouw Numans bezaten was een voor oorlogse Morris 8 Series E, in 1953 kochten zij een geheel nieuwe Morris Minor Series II welke werd afgeleverd met het kenteken PG-55-05. De familie Numans beleefde veel plezier van de Morris Minor, behalve dat de auto gebruikt werd voor woon/werkverkeer werden er ook diverse buitenlandse reizen meegemaakt zoals naar de Alpen in 1954 en naar het Stubachtal in 1955.
In 1957 wordt het tijd voor een wat modernere auto, ook deze is weer van het merk Morris met als typeaanduiding 1000, een verbeterde versnellingsbak en verbeteringen qua veiligheid zoals een voorruit uit één stuk en een grotere achterruit.
De oude Morris Minor werd niet ingeruild maar kreeg een tweede leven bij de zus van mijnheer Numans in het land van Maas en Waal. De zus van de heer Numans was juffrouw J.W. ( Jo ) Numans zij woonde op de boerderij de Kroondert in Dreumel, deze boerderij uit circa 1850 was het stamhuis van de familie Numans.
In Dreumel werd niet veel gereden met de Morris, juffrouw Numans was niet iemand die de benzine rijkelijk liet vloeien. Het was dan ook maar zelden dat de Dreumelnaren de Morris zagen rijden, hoogstens in de zomermaanden, het voordeel hiervan was dat er over het overige deel van het jaar geen wegenbelasting betaald hoefde te worden. Zo bleef de Morris rijden tot 1961, juffrouw Numans kocht een andere auto en de Morris verdween in een van de schuren op het erf van de Kroondert.
Nadat mevrouw Numans van Wijk het bovenstaande verhaal aan Albert uit de doeken gedaan had waren haar woorden; Ik denk dat die auto er altijd nog staat. Vanaf die dag bleef de gedachte dat die Morris daar nog stond door Albert zijn hoofd spoken. Enige tijd later, we schrijven nog steeds 1976, vroeg mevrouw Numans aan Albert of hij nog wel eens aan de Morris dacht. Zijn antwoord luidde; ja natuurlijk, ik slaap er soms niet van, met de mededeling daarbij dat hij indien mogelijk de auto wel wilde bekijken. Natuurlijk had mevrouw Numans van Wijk dit allang doorzien en vandaar dat zij er met haar schoonzus al eens over gesproken had. Na een tijdje hoorde Albert van mevrouw Numans van Wijk dat hij in Dreumel welkom was om de auto eens te bekijken. Een week later ondernamen Albert en zijn vader de reis naar Dreumel. Na eerst met juffrouw Numans een kopje thee gedronken te hebben werden de heren uitgenodigd om me naar de schuur te gaan waar de Morris zich bevond. De schuurdeuren gingen open en daar stond de Morris zoals hij er jaren geleden voor het laatst gestald was.
De jarenlange stalling had de Morris zeker geen goed gedaan maar alles was nog wel intact en geheel compleet.
Albert zag zich er in gedachten al mee rijden, hierdoor hoorde hij niet dat juffrouw Numans vroeg of de auto iets voor hem was. Eenmaal weer bij positieven was zijn antwoord natuurlijk ja. Alleen hoe zat het met de verkoopprijs ? De verkoopprijs bestond uit de belofte dat de auto opgeknapt moest worden en zeker niet gebruikt zou worden als crossauto.
En zo gebeurde het dat Albert Wissink als zestienjarige jongeman in het bezit kwam van een Morris Minor van 1953 met het originele kenteken PG-55-05 met een kilometerstand van 95180 km.
De oude Morris Minor werd niet ingeruild maar kreeg een tweede leven bij de zus van mijnheer Numans in het land van Maas en Waal. De zus van de heer Numans was juffrouw J.W. ( Jo ) Numans zij woonde op de boerderij de Kroondert in Dreumel, deze boerderij uit circa 1850 was het stamhuis van de familie Numans.
In Dreumel werd niet veel gereden met de Morris, juffrouw Numans was niet iemand die de benzine rijkelijk liet vloeien. Het was dan ook maar zelden dat de Dreumelnaren de Morris zagen rijden, hoogstens in de zomermaanden, het voordeel hiervan was dat er over het overige deel van het jaar geen wegenbelasting betaald hoefde te worden. Zo bleef de Morris rijden tot 1961, juffrouw Numans kocht een andere auto en de Morris verdween in een van de schuren op het erf van de Kroondert.
Nadat mevrouw Numans van Wijk het bovenstaande verhaal aan Albert uit de doeken gedaan had waren haar woorden; Ik denk dat die auto er altijd nog staat. Vanaf die dag bleef de gedachte dat die Morris daar nog stond door Albert zijn hoofd spoken. Enige tijd later, we schrijven nog steeds 1976, vroeg mevrouw Numans aan Albert of hij nog wel eens aan de Morris dacht. Zijn antwoord luidde; ja natuurlijk, ik slaap er soms niet van, met de mededeling daarbij dat hij indien mogelijk de auto wel wilde bekijken. Natuurlijk had mevrouw Numans van Wijk dit allang doorzien en vandaar dat zij er met haar schoonzus al eens over gesproken had. Na een tijdje hoorde Albert van mevrouw Numans van Wijk dat hij in Dreumel welkom was om de auto eens te bekijken. Een week later ondernamen Albert en zijn vader de reis naar Dreumel. Na eerst met juffrouw Numans een kopje thee gedronken te hebben werden de heren uitgenodigd om me naar de schuur te gaan waar de Morris zich bevond. De schuurdeuren gingen open en daar stond de Morris zoals hij er jaren geleden voor het laatst gestald was.
De jarenlange stalling had de Morris zeker geen goed gedaan maar alles was nog wel intact en geheel compleet.
Albert zag zich er in gedachten al mee rijden, hierdoor hoorde hij niet dat juffrouw Numans vroeg of de auto iets voor hem was. Eenmaal weer bij positieven was zijn antwoord natuurlijk ja. Alleen hoe zat het met de verkoopprijs ? De verkoopprijs bestond uit de belofte dat de auto opgeknapt moest worden en zeker niet gebruikt zou worden als crossauto.
En zo gebeurde het dat Albert Wissink als zestienjarige jongeman in het bezit kwam van een Morris Minor van 1953 met het originele kenteken PG-55-05 met een kilometerstand van 95180 km.

Eenmaal thuis in Diepenheim was het al snel duidelijk dat het een volledige restauratie moest gaan worden. De bodem was op veel plaatsen doorgeroest en het motortje zat vast. De vochtige schuur had duidelijk zijn sporen nagelaten, daarentegen was het interieur in goede conditie gebleven.
Twee jaar werd er gerestaureerd aan de Morris, hulp kreeg Albert van een bevriende lasser en Morris dealer De Putter in Almelo leverde de benodigde nieuwe onderdelen.
Voorjaar 1978 was de Morris weer in nieuwstaat en de eerste grote reis die Albert er mee maakte was natuurlijk naar juffrouw Numans in Dreumel om haar te laten zien dat gemaakte afspraken bij de overdracht ook werkelijk nagekomen waren.
Twee jaar werd er gerestaureerd aan de Morris, hulp kreeg Albert van een bevriende lasser en Morris dealer De Putter in Almelo leverde de benodigde nieuwe onderdelen.
Voorjaar 1978 was de Morris weer in nieuwstaat en de eerste grote reis die Albert er mee maakte was natuurlijk naar juffrouw Numans in Dreumel om haar te laten zien dat gemaakte afspraken bij de overdracht ook werkelijk nagekomen waren.

Dat de restauratie geslaagd was bleek wel uit het feit dat Albert een uitnodiging kreeg om zijn Morris te presenteren op de Auto Rai van 1979 waar een extra tentoonstelling plaats vond onder het motto
" 25 jaar geleden "
Vandaag anno 2019 heeft Albert Wissink de Morris Minor nog steeds in bezit en er inmiddels 30.000 km mee gereden, o.a ritten naar diverse evenementen zoals naar de Morris Minor club, De Historische Automobiel vereniging ( HAV ) en eenmaal een reis naar Engeland.
" 25 jaar geleden "
Vandaag anno 2019 heeft Albert Wissink de Morris Minor nog steeds in bezit en er inmiddels 30.000 km mee gereden, o.a ritten naar diverse evenementen zoals naar de Morris Minor club, De Historische Automobiel vereniging ( HAV ) en eenmaal een reis naar Engeland.