Een koninklijke automobiel in Leeuwen.
De gebroeders van de Werdt bezigen ver voor WO II al een fruithandel aan de Scheidstraat 92 oftewel Schetsteeg 92 ( nu Beatrixstraat ) in Beneden Leeuwen.
Velen van u zullen het pand van de familie van de Werdt nog wel herinneren van de manufacturenwinkel van Dora van de Werdt en de diepvriescentrale van Johan van de Werdt.
Zoals de meeste bedrijven waren de van de Werdt's afhankelijk van eigen vervoer met paard en wagen en voor vervoer over grotere afstanden van de Maas en Waalse Stoomtram of de Nijmeegsche boot. Daar deze middelen van vervoer lang niet ideaal waren werd overwogen het vervoer met name naar de Haagsche veiling, in eigen beheer te nemen. Hiervoor moest een vrachtwagen worden aangeschaft, om hiermee zo voordelig mogelijk uit te zijn werd er uitgekeken naar een oudere grote personenauto welke men met niet al te veel werk kon ombouwen tot een lichte vrachtwagen.
De keuze hierbij viel op een Cadillac van rond 1930, waar de firma van de Werdt deze auto kocht is vooralsnog niet bekend. Waar zij direct geen erg in hadden was het feit dat zij in het bezit waren gekomen van een ex hofauto, een zeer duidelijk kenmerk hier van was dat de immens grote koplampen van deze automobiel aan de bovenzijde waren voorzien van kroontjes.
Toen de auto eenmaal bij de firma van de Werdt was aangekomen werd mogelijk met tussenkomst van wagenmaker The Willems de carrosserie achter het voorportier afgezaagd en op het vrijgekomen gedeelte van het chassis werd een laadvloer gebouwd doorlopend over de cabine. In plaats van de originele Cadillac V8 motor werd een veel kleinere A-Ford motor gemonteerd dit om het brandstof verbruik binnen de perken te houden.
Een bekend Leeuwens chauffeur Hannes van Wamel maakte met deze Cadillac vele malen de reis naar de Haagsche veiling.
Velen van u zullen het pand van de familie van de Werdt nog wel herinneren van de manufacturenwinkel van Dora van de Werdt en de diepvriescentrale van Johan van de Werdt.
Zoals de meeste bedrijven waren de van de Werdt's afhankelijk van eigen vervoer met paard en wagen en voor vervoer over grotere afstanden van de Maas en Waalse Stoomtram of de Nijmeegsche boot. Daar deze middelen van vervoer lang niet ideaal waren werd overwogen het vervoer met name naar de Haagsche veiling, in eigen beheer te nemen. Hiervoor moest een vrachtwagen worden aangeschaft, om hiermee zo voordelig mogelijk uit te zijn werd er uitgekeken naar een oudere grote personenauto welke men met niet al te veel werk kon ombouwen tot een lichte vrachtwagen.
De keuze hierbij viel op een Cadillac van rond 1930, waar de firma van de Werdt deze auto kocht is vooralsnog niet bekend. Waar zij direct geen erg in hadden was het feit dat zij in het bezit waren gekomen van een ex hofauto, een zeer duidelijk kenmerk hier van was dat de immens grote koplampen van deze automobiel aan de bovenzijde waren voorzien van kroontjes.
Toen de auto eenmaal bij de firma van de Werdt was aangekomen werd mogelijk met tussenkomst van wagenmaker The Willems de carrosserie achter het voorportier afgezaagd en op het vrijgekomen gedeelte van het chassis werd een laadvloer gebouwd doorlopend over de cabine. In plaats van de originele Cadillac V8 motor werd een veel kleinere A-Ford motor gemonteerd dit om het brandstof verbruik binnen de perken te houden.
Een bekend Leeuwens chauffeur Hannes van Wamel maakte met deze Cadillac vele malen de reis naar de Haagsche veiling.